Meerwaardebelasting op aandelen is een feit
- Aeacus Lawyers
- 14 aug 2024
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 24 apr
Na jarenlang investeerders te hebben aangetrokken zonder belasting op meerwaarden op aandelen, komt daar binnenkort verandering in. De N-VA, MR, Les Engagés, Vooruit en CD&V zouden volgens de recente berichtgeving een akkoord hebben bereikt om een meerwaardebelasting (ook wel bekend als "solidariteitsbijdrage) in te voeren. Volgens het regeerakkoord dat Aeacus Lawyers kon inkijken bedraagt deze meerwaardebelasting 10% met een voetvrijstelling van de eerste 10.000 EUR aan gerealiseerde winsten.

Meerwaardebelasting op aandelen: wat staat er op het spel?
De voorgestelde meerwaardebelasting op aandelen zou beleggers verplichten om 10% belasting te betalen op de winst die ze maken bij de verkoop van financiële vaste activa (waaronder dus aandelen, beleggingsfondsen en crypto). Dit is een opmerkelijke stap, omdat België momenteel geen algemene belasting op vermogenswinsten kent indien er sprake is van een zgn. 'normaal beheer van privévermogen'. De belasting zou echter niet zonder nuances zijn. Zo zouden kosten die gepaard gaan met het realiseren van die meerwaarde, zoals de beurstaks en de effectentaks, aftrekbaar zijn.
In het regeerakkoord staat verder dat de meerwaardebelasting enkel zou gelden op meerwaarden opgebouwd vanaf het moment van de invoering van de belasting. Historische meerwaarden zouden met andere woorden de dans ontspringen. Dit zou hoogstwaarschijnlijk betekenen dat de aanschaffingswaarde van de aandelen fiscaal gezien "vastgeklikt" zou worden op het moment van de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving.
Stel: er werden aandelen aangekocht in 2010 voor 100 EUR. Op het moment van inwerkingtreden van de nieuwe wet was de waarde van deze aandelen 1.000 EUR. Vanuit fiscaal oogpunt zal de aanschaffingswaarde van deze aandelen waarschijnlijk worden "vastgeklikt" op 1.000 EUR. Wanneer deze aandelen later zullen worden verkocht, zal rekening worden gehouden met een fiscale aanschaffingswaarde van 1.000 EUR. Echter is het voorlopig wachten op een definitieve fiscale wet.
Daarnaast zou er een uitzondering voorzien worden voor investeerders die een "aanmerkelijk belang" van minimum 20% hebben in een vennootschap. Deze meerwaarden zouden onderworpen worden aan een getrapt systeem én een lager tarief. Zo zou in dit geval de eerste 1 miljoen EUR aan gerealiseerde winst worden vrijgesteld. Boven 1 miljoen EUR zou de belasting er als volgt uitzien
Winst tussen 1 miljoen EUR en 2,5 miljoen EUR: tarief van 1,25%
Winst tussen 2,5 miljoen EUR en 5 miljoen EUR: tarief van 2,5%
Winst tussen 5 miljoen EUR en 10 miljoen EUR: tarief van 5%
Winst boven 10 miljoen EUR: tarief van 10%
Voormelde uitzondering zou er gekomen zijn als tegemoetkoming aan de MR. Echter biedt deze weinig soelaas voor gewone beleggers die niet kunnen genieten van de uitzonderingsregels.
Voor investeerders die geen aanmerkelijk belang hebben in een vennootschap zou het tarief 10% bedragen. Dit echter met een voetvrijstelling voor de eerste 10.000 EUR winst die een belegger zou realiseren (per jaar). Met andere woorden indien er minder winst (gerealiseerde meerwaarden) wordt gemaakt dan 10.000 EUR per jaar zou er (voorlopig) geen meerwaardebelasting verschuldigd zijn.
Ook zou er voorzien worden in een aftrekbaarheid van minderwaarden (van deze categorie van inkomsten) binnen het jaar, zonder overdraagbaarheid. Belangrijk om op te merken is dat de jaarlijkse voetvrijstelling van 10.000 EUR, jaarlijks zou worden geïndexeerd.
Dat er binnen de Belgische regering nog geen duidelijke consensus bestaat over de concrete invulling van de solidariteitsbijdrage, blijkt uit de uiteenlopende standpunten van de verschillende partijen. Zo stelt De Tijd dat CD&V pleit om de vrijstelling van 10.000 euro te verdubbelen naar 20.000 EUR. Op die manier willen ze de ‘kleine langetermijnbelegger’ ontzien en vermijden dat ook zij door de maatregel worden getroffen. Voor alle duidelijkheid er is hier nog geen akkoord over.
Finaal staat in het regeerakkoord dat de maatregelen die deze legislatuur in werking treden, pas ingevoerd zullen worden vanaf 2026. Met andere woorden we worden nog één jaar gespaard van de meerwaardebelasting en kunnen stappen nemen om ons hierop voor te bereiden.
Het wetsontwerp van Jambon
De Tijd kopte op 24 april 2025 dat minister van Financiën Jan Jambon in zijn wetsontwerp voor de meerwaardebelasting een vrijstelling voorstelt voor wie aandelen minstens tien jaar aanhoudt. Deze maatregel, die niet geldt voor aandeelhouders met een aanmerkelijk belang (≥20%), is bedoeld om langetermijnbeleggingen door "de goede huisvader" te stimuleren. De vraag is natuurlijk of Vooruit met deze vrijstelling akkoord kan gaan.
Zoals verwacht is de meerwaardebelasting van toepassing op diverse financiële activa zoals beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde aandelen, obligaties, geldmarktinstrumenten, afgeleide producten, beleggingsfondsen, ETF’s en cryptovaluta.
Om dubbele belasting te vermijden wordt de Reynderstaks afgeschaft. Ook spaar- en beleggingsverzekeringen (tak 21, 23 en 26) vallen onder de taks, in ruil waarvoor de premietaks daalt van 2% naar 0,7%. Buiten het toepassingsgebied vallen pensioenfondsen, groepsverzekeringen, pensioenspaarfondsen, aandelen met belastingvermindering voor start-ups of kmo’s, en familiale schenkingen.
Het wetsontwerp voorziet daarnaast zoals verwacht in een algemene vrijstelling van 10.000 euro en in een getrapte belasting voor houders van een aanmerkelijk belang, met een vrijstelling tot 1 miljoen euro.
Wat aanvankelijk werd gevreesd – dat speculatieve meerwaarden op financiële activa aan 33% belast zouden blijven – lijkt in het voorontwerp niet bevestigd te worden. Integendeel, het nieuwe regime geldt als lex specialis en dekt alle meerwaarden op financiële activa, inclusief die uit speculatieve verrichtingen, met een vast tarief van 10%. Enkel voor andere vermogensbestanddelen buiten het toepassingsgebied blijft het oude 33%-stelsel bestaan.
Conclusie
Volgens het regeerakkoord komt er in elk geval een meerwaardebelasting die voor normale beleggers 10% zal bedragen bedragen, terwijl voor beleggers met een "aanmerkelijk belang" er een getrapt systeem zou komen. Daarnaast is de vraag hoelang het tarief "laag" blijft. Hierbij kan het voorbeeld gegeven worden van de roerende voorheffing die vroeger ook "maar" 10 percent bedroeg, waarna het stelselmatig werd verhoogd om uiteindelijk te belanden op 30 percent. Het is niet ondenkbaar dat wanneer de Belgische staatskist nieuwe putten te vullen heeft dat ook dit tarief van 10 percent verhoogd zal worden. Het enige lichtpuntje is dat het VVPRbis-regime niet zou worden aangepast wat goed nieuws is voor zelfstandigen die werken met een managementvennootschap (ook het tarief van de vennootschapsbelasting zou ongewijzigd blijven).
De nieuwe regering De Wever I markeert in elk geval een verschuiving in het Belgische fiscale landschap, met een nadruk op het belasten van vermogenswinsten en het "stimuleren" van binnenlandse investeringen. Benieuwd naar de overige fiscale hervormingen? Lees hier een kort overzicht.
Heeft u een fiscale vraag die u graag zou bespreken? Boek geheel vrijblijvend via onderstaande knop een eerste gesprek in en we proberen u meteen op weg te zetten.
Christophe Romero
Senne Verholle